Ik heb een...

Hoe te handelen bij infecties

Hoe te handelen bij infecties
Voorbereiding
  • Doelgroep

    • Verpleegkundigen / verzorgenden
    • Huishoudelijk assistenten
    • Paramedisch personeel
    • Specialisten ouderengeneeskunde
    • Alle medewerkers die zorghandelingen uitvoeren
    • Behandelend arts
  • Locatie

    • Verpleeghuis
    • Verzorgingshuizen
    • Woonzorgcentra
    • Kleinschalige woonvormen
    • Thuiszorg
    • Gehandicaptenzorg
  • Benodigde materialen

    Voor eisen materialen zie protocol benodigde materialen

Toepassing
  • Doel

    Het nemen van gerichte isolatiemaatregelen bij cliënten met infecties of (multi-)resistente bacteriën, om verspreiding van de te voorkomen.

  • Waarom

    Basishygiëne maatregelen moeten bij alle cliënten genomen worden.

    Bij cliënten met een infectie of een multiresistente bacterie zijn meestal aanvullende beschermende maatregelen nodig. Deze extra beschermende maatregelen zijn erop gericht om verspreiding van ziekmakende of resistente naar andere cliënten of medewerkers te voorkomen. De maatregelen die genomen moeten worden zijn gericht op de verspreidingswegen van het micro-organisme.

    De voorgeschreven maatregelen zijn zo beperkt mogelijk gehouden, maar strikt noodzakelijk.

  • Wanneer

    In de tabel zijn de indicaties voor isolatie opgenomen.Per infectieziekte of micro-organisme is aangegeven welk protocol van toepassing is en hoe lang de maatregelen genomen moeten worden. De isolatiemaatregelen moeten worden genomen bij verdenking op, of bewezen infectieziekten.In de tabel is aangegeven bij welke infectieziekten extra aandacht nodig is voor zwangeren.

Werkwijze
  • In onderstaand schema zijn infectieziekten opgenomen die voor kunnen voorkomen in het verpleeghuis, woonzorgcentrum, verzorgingshuis of thuiszorg. Zeer zeldzame infectieziekten zijn niet vermeld. Bij infectieziekten die niet in het schema staan, overlegt de specialist ouderengeneeskunde / behandelend arts met een arts-microbioloog of deskundige infectiepreventie.

    In het document Zwangerschap en Infectieziekten kunt u de tabel met extra informatie voor zwangeren vinden.

    Toelichting

    In het schema is per infectieziekte aangegeven:
    (1e kolom) in welke lichaamsvloeistof(fen) het micro-organisme aanwezig is;
    (2e kolom) welk protocol gevolgd moet worden (met een directe link naar het protocol);
    (3e kolom) hoe lang de maatregelen genomen moeten worden;
    (4e kolom) aandachtspunten zoals mogelijke risico´s voor zwangere medewerksters en meldingsplichtige infectieziekten.

    Voor zwangeren is er een apart document te raadplegen: zie daarvoor : Zwangerschap en infectieziekten

  • Tabel infectieziekten

    Ziekte / Micro organismeLichaamsvloeistof / BronProtocolDuur v.d. maatregelen en aandachtspunten
    Abces, open afvloedPusContactisolatieTot stop pus drainage
    Acinetobacter, multiresistentBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij Acinetobacter en (KPC)Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    AIDS (HIV-drager)BloedBasishygiëne

    Naaldencontainer

    N.v.t.
    Braken + diarreeBraaksel, fecesContactisolatie bij diarreeTot einde braken en diarree.
    Braken + diarree
    uitbraaksituatie
    Braaksel, fecesMaatregelen bij meerdere gevallen van buikgriepMeldingsplichtig

    Vuistregel: Meldingsplichtig bij meer dan 1/5 van de unit of afdeling per week. Of meer dan 1/10 van de locatie of instelling per week.

    Duur van de maatregelen in overleg met deskundige infectiepreventie, arts-microbioloog of

    "BRMO" (Bijzonder Resistente micro-organismen)Bacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    Clostridium difficile of Clostridioides difficileFecesContactisolatie bij Clostridioides difficileTot einde diarree (tenminste 48 uur normale ontlasting)
    CoV-2 ( Corona)LuchtwegenDruppelisolatie bij COVIDTot 24 uur klachtenvrij met een maximum van 5 dagen na start symptomen
    CPEBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij Acinetobacter en (KPC)Meldingsplichtig
    Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    DecubitusWondBasishygiëneN.v.t.
    Diarree, onbekende verwekkerFecesContactisolatie bij diarreeTot einde diarree of tot uitsluiten infectieuze oorzaak
    Diarree
    uitbraaksituatie
    Braaksel, fecesMaatregelen bij meerdere gevallen van buikgriepMeldingsplichtig

    Vuistregel: Meldingsplichtig bij meer dan 1/5 van de unit of afdeling per week. Of meer dan 1/10 van de locatie of instelling per week.

    Duur van de maatregelen in overleg met deskundige infectiepreventie, arts-microbioloog of

    EHEC-bacterie (of STEC)FecesContactisolatie bij EHECBij verdenking of infectie met EHEC: overleg met een deskundige infectiepreventie over toepassing van het protocol.
    Erisypelas (wondroos)Blaasjes, wondvocht, pusContactisolatieTot 24 uur na aanvang van effectieve therapie
    ESBL-bacterieBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    Gordelroos (Herpes Zoster)(vocht uit) blaasjesContactisolatie

    Tot de laatste blaasjes zijn ingedroogd.

    Mogelijk risico Zwangeren*

    Hepatitis AFecesContactisolatie bij Hepatitis ATot 1 week na het ontstaan van de geelzucht.

    Meldingsplichtig

    Hepatitis B en CBloedBasishygiëne

    Naaldencontainer

    N.v.t.

    Meldingsplichtig

    Herpes simplex(vocht uit) blaasjesContactisolatieTot korstvorming
    Herpes zoster (gordelroos)(vocht uit) blaasjesContactisolatie

    Tot de laatste blaasjes zijn ingedroogd

    Mogelijke risico Zwangeren*

    Hersenvliesontsteking (meningitis)
    - meningokok
    HoestdruppelsDruppelisolatie

    Tot 24 uur na aanvang van effectieve therapie
    Hoofdluis (Pediculosis)Haar, kammen, kledingMaatregelen bij hoofdluisTot ontluizing
    Huidinfecties (bacterie, schimmel)Pus, korsten, blaarvocht, huidschilfersBasishygiëneN.v.t.
    Influenza (griep)Hoestdruppels en handcontactDruppelisolatie bij influenza

    Tot klinisch herstel

    ** zie opmerking onder tabel

    Invasieve groep A -Streptokokken infectieLCI richtlijn Streptokokkeninfectie

    Meldingsplichtig
    Kinkhoest (Pertussis)HoestdruppelsDruppelisolatie

    Tot 5 dagen na start antibiotica.
    Zonder behandeling; tot 3 weken na begin typische hoestbuien.

    Meldingsplichtig

    KPCBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij Acinetobacter en (KPC)Meldingsplichtig
    Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie.
    Krentenbaard (impetigo)Vocht van de blaasjesContactisolatieTot de laatste blaasjes zijn ingedroogd.
    LegionellaWaterdruppelsGeen

    N.v.t.

    Meldingsplichtig

    Luchtweginfectie (anders dan tuberculose, meningokok en COVID-19)Hoestdruppels

    Goede hoestdiscipline en goede handhygiëne

    N.v.t.

    zie ook poster hoestdiscipline

    MazelenHoestdruppelsDruppelisolatie

    Tot 7 dagen na uitbreken huiduitslag.

    Mogelijk risico Zwangeren*

    Meldingsplichtig

    Meningitis (hersenvliesontsteking)
    - Meningokok
    HoestdruppelsDruppelisolatie

    Tot 24 uur na start therapie

    Meldingsplichtig

    MpoxSlijmvliezen en vocht uit huidlaesiesLCI Monkeypox (apenpokken)Overleg met uw regionale over casuïstiek of mogelijk verdachte gevallen in uw regio. Het nummer is te vinden op www..nl
    Meldingsplichtig
    MRSABacterie kan in één of meerdere worden aangetoondMRSA- isolatieprotocolBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie.
    Multiresistente AcinetobacterBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij Acinetobacter en (KPC)Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie.
    Multiresistentebacterie (anders dan , , , Acinetobacter)Bacterie kan in één of meerdere aangetoondMaatregelen in overleg met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog
    NetelroosAllergische reactie.
    Geen infectieziekte.
    Geen extra maatregelenN.v.t.
    NorovirusFeces, braakselContactisolatie bij diarreeTot tenminste 48 uur klachtenvrij (geen braken, diarree meer)
    Norovirus
    uitbraaksituatie
    Feces, braakselMaatregelen bij meerdere gevallen van buikgriepMeldingsplichtig

    Vuistregel:Meldingsplichtig bij meer dan 1/5 van de unit of afdeling per week. Of meer dan 1/10 van de locatie of instelling per week.

    Duur van de maatregelen in overleg met , arts-microbioloog of deskundige infectiepreventie.

    Pertussis (kinkhoest)HoestdruppelsDruppelisolatie

    Tot 5 dagen na start antibiotica. Zonder behandeling; tot 3 weken na begin typische hoestbuien.

    Meldingsplichtig

    Pneumonie (luchtweginfectie, anders dan meningokok, tuberculose en COVID-19)HoestdruppelsGoede hoestdiscipline en goede handhygiëneI.g.v penicilline resistente of multiresistente pneumokok overleg met deskundige infectiepreventie over Druppelisolatie met FFP1 masker en beschermende kleding
    PrikaccidentGebruikte naaldWat moet ik doen bij een prikaccidentRaadpleeg de afspraken in de zorginstelling.
    (Penicilline Resistente Pneumokok)Hoestdruppels, sputum
    Druppelisolatie bij PRP
    Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie ofarts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie
    Pseudomonas (multi-)resistentBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie.
    Resistente Enterobacteriaceae
    (anders dan , KPC)
    Bacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie.
    RingwormHuidContactisolatie
    Tot klinisch herstel
    Rode hond (Rubella)HoestdruppelsDruppelisolatie

    Tot 7 dagen na uitbreken huiduitslag

    Mogelijk risico Zwangeren *

    Zie onderaan deze tabel.

    Meldingsplichtig

    RoodvonkHoestdruppelsDruppelisolatieTot 24 uur na aanvang van effectieve antibiotica therapie
    RS virusHoestdruppelsGoede hoestdiscipline en goede Handhygiëne
    SalmonellaFecesBasishygiëneMeldingsplichtig bij 2 of meer gevallen. Bespreek met deskundige infectiepreventie of melding nodig is.
    Sapoviruszie richtlijnen NORO virus
    Scabiës
    (scabies, schurft)
    Huidlaesies (Schurft)
    Draag tijdens de zorg handschoenen en schort met lange mouw.
    Richtlijn RIVM
    Eventueel contactonderzoek starten

    Meldingsplichtig bij 2 of meer gevallen.

    STEC-bacterie (of EHEC)FecesContactisolatie bij EHECMeldingsplichtig
    Bij verdenking of infectie met EHEC: overleg met een deskundige infectiepreventie over toepassing van het protocol.
    Stenotrophomonas (multi-)resistentBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij (o.a. ESBL)Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie
    Toxoplasmose
    N.v.t.
    (niet van mens op mens)
    Geen

    Mogelijk risico zwangeren*

    Tuberculose (open)
    Aërosolen (zeer kleine hoestdruppels)
    Aërogene isolatie(isolatiekamer met negatieve druk in de sluis)In overleg met afdeling Tuberculosebestrijding, GGD
    Meldingsplichtig
    VoetschimmelBesmette vloeren van bad- en doucheruimte schoeisel (slippers) dragenN.v.t.
    Urineweginfectie (geen , of multiresistente bacterie)Urine

    Basishygiëne
    N.v.t.
    VRE-bacterieBacterie kan in één of meerdere worden aangetoondContactisolatie bij VREBehandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie
    Wondroos (erysipelas)Blaasjes, wondvocht, pusContactisolatie

    Tot 24 uur na aanvang van effectieve therapie

    * Mogelijk risico zwangeren

    Voor uitgebreide informatie zie: Zwangerschap en Infectieziekten

    Bij vragen kan de zwangere contact opnemen met de Bedrijfsgeneeskundige Dienst.

    ** Influenza (griep)

    Om verspreiding zo veel mogelijk te voorkomen moeten in opdracht van de behandelaar aanvullende maatregelen worden genomen (bijvoorbeeld: geen uitwisseling van personeel). Bij een epidemie kan het nodig zijn om cliënten in cohort te verplegen.

Verantwoordelijkheden
  • Specialist Ouderengeneeskunde

    • stelt isolatie in;
    • informeert cliënt en/of familie over de isolatiemaatregelen;
    • coördineert de medische gang van zaken rondom opname en behandeling;
    • beslist wanneer isolatiemaatregelen opgeheven kunnen worden;
    • is verantwoordelijk voor informatie overdracht van een cliënt naar een andere instelling;
    • is verantwoordelijk voor melding aan van meldingsplichtige infectieziekten;
    • zo nodig overleg met arts-microbioloog of deskundige infectiepreventie;
  • Leidinggevende

    • informeert de medewerkers over de isolatie.
    • plaatst cliënt op een kamer die voldoet aan gestelde eisen.
    • zorgt voor een adequate personele bezetting.
    • zorgt voor voldoende beschermende middelen.
  • Medewerkers

    • volgen de (isolatie)protocollen op.
  • Zelfsturende teams

Appendix
  • Definities

    • Cliëntgebonden

      Materialen moeten altijd bij één en dezelfde cliënt worden gebruikt.

    • Micro-organismen

      Microscopisch kleine levensvormen, als bacteriën, virussen, schimmels en parasieten.

    • Norovirus

      Een virus dat een infectie veroorzaakt, met als meest voorkomende symptomen: misselijkheid, braken, hoofdpijn, diarree en milde koorts

    • GGD

      Gemeentelijke Gezondheidsdienst

    • NEN

      Een standaard waarin alle Nederlandse Normen voor allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook voor processen worden vastgelegd. Voor bijna alles is wel een norm beschikbaar, van gebruiksvoorwerpen tot de bescherming van persoonsgegevens.

    • Lichaamsvloeistoffen

      Bloed, feces, urine, wondvocht, pus, sputum, braaksel, etc.

    • Beschermende kleding

      Bijvoorbeeld een vochtwerend schort of isolatiejas met lange mouwen. Het dragen van beschermende kleding voorkomt besmetting van de eigen (dienst)kleding met lichaamsvloeistoffen en wordt cliëntgebonden gedragen.

    • Norovirus

      Een virus dat een infectie veroorzaakt, met als meest voorkomende symptomen: misselijkheid, braken, hoofdpijn, diarree en milde koorts

    • PRP

      Penicilline Resistente Pneumokok

    • EHEC

      Entero Haemorrhagische Eschericha coli. Bij een infectie met de EHEC-bacterie kan de patiënt hevige, bloederige diarree krijgen. Een EHEC-infectie kan ook leiden tot het HUS (Hemolytische Uremisch Syndroom) waarbij er ernstige nierschade is, waardoor de patiënt tijdelijk nierdialyse moet krijgen.

    • ESBL

      Extended Spectrum Beta Lactamase (een eiwit). Bacteriën die het ESBL-eiwit bij zich dragen, worden ESBL-bacteriën genoemd. Deze bacteriën zijn ongevoelig ( = resistent) voor een aantal antibiotica.

    • BRMO

      Bijzonder resistente micro-organismen. Dit zijn (ziekmakende) micro-organismen die ongevoelig zijn voor de eerste keus antibiotica of tegen een combinatie van antibiotica. Zonder aanvullende maatregelen kunnen deze BRMO's tot verspreiding leiden.

    • Clostridioides difficile

      nieuwe benaming voor de Clostridium difficile; Een bacterie die een ziektebeeld, variërend van een milde diarree tot een levensbedreigende colitis (ontsteking van de dikke darm) kan veroorzaken. De bacterie is zeer besmettelijk door de vorming van sporen die zeer resistent zijn tegen o.a. droogte, warmte, maagzuur, alcohol, chloor en gewone schoonmaakmiddelen.

    • CPE

      Carbapenemase producerende Enterobacterales. Bacteriën uit de groep van de Enterobacteriën, die het eiwit carbapenemases aanmaken. Met dit eiwit kunnen de bacteriën carbapenems (antibiotica afbreken). De carbapenems worden beschouwd als de laatste klasse van antibiotica waarvoor bacteriën vaak nog gevoelig zijn.

    • VRE

      Vancomycine Resistente Enterokokken. Deze bacteriën zijn ongevoelig (= resistent) voor een aantal antibiotica

    • Multiresistent

      Ongevoelig voor meerdere antibiotica

    • KPC

      Carbapenemase producerende Enterobacterales. Bacteriën uit de groep van de Enterobacteriën, die het eiwit carbapenemases aanmaken. Met dit eiwit kunnen de bacteriën carbapenems (antibiotica afbreken).

    • MRSA

      Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus. Een Staphylococcus aureus bacterie die ongevoelig is voor een aantal antibiotica.

    • Scabiës

      Jeukende aandoening, veroorzaakt door een mijt. Scabiës is een zeer besmettelijke aandoening.

    • Prikaccident

      Bij een prik- of snijaccident komt bloed (of een andere lichaamsvloeistof) van de ene persoon via een scherp voorwerp, bijvoorbeeld een injectienaald of lancet, in het lichaam van een ander.

    • Handhygiëne

      Handhygiëne betreft het reinigen, of desinfecteren en het geregeld aanvullend verzorgen van de handen, polsen en onderarmen.

  • Literatuur

Updategeschiedenis
Type Omschrijving Datum Details
Controle Controle bij publicatie 01 mei 2023
Wijziging Meldingsplicht CoV-2 is vervallen en verwijderd uit de tabel 14 juni 2023
Wijziging Toegevoegd bij Mogelijk risico voor Zwangeren* : het document: Zwangerschap en infectieziekten 29 februari 2024
Wijziging Krentenbaard (impetigo) is toegevoegd in het infectieziekten tabel 18 juli 2024